Wil je kippen gaan houden in de stad? Dan vraag je je misschien af of dat überhaupt wel mag. Dat je kippen mag houden op het platteland spreekt voor zich, maar voor een stad kunnen er andere regels gelden. Hoe weet je of je kippen mag houden in de stad? En welke keuzes kun je dan het best maken?
Mag je kippen houden in de stad?
Goed nieuws: je mag kippen houden in de stad. Er zijn maar weinig steden die het houden van kippen verbieden. Voordat je kippen gaat aanschaffen, is het een goed idee om de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) erop na te slaan, en eventueel extra informatie in te winnen bij de gemeente. Zo weet je direct of het echt mag, en dat je straks geen handhaving op de stoep hebt staan.
In een stad woon je nooit alleen. Het is heel anders dan op een boerderij wonen, waar je vrijwel alleen woont. In een stad heb je buren, en die buren kun je maar beter te vriend houden. Breng ze daarom op de hoogte van je plannen. Doe dat middels een gezellige kop koffie aan de keukentafel. Bespreek je plannen en leg uit hoe je alles wilt gaan indelen, en hoe je de overlast voor de buren beperkt.
Als de buren het eens zijn met je voorstel, en het mag van de gemeente, heb je eigenlijk niets meer wat je tegenhoudt om kippen te gaan houden in de stad. Aanrader: koop je buren een beetje om door ze af en toe een lekker eitje te brengen. Zo betrek je ze bij de kippen en zien ze het misschien zelfs zitten een keertje op te passen als jij weg bent.
Een goed onderkomen voor je kippen kiezen
Een goed onderkomen voor je kippen is altijd belangrijk, maar in een stad nog meer. Kippen zijn immers geen stadsbeesten. Ze komen oorspronkelijk van het platteland. In een stad leven vraagt nogal wat aanpassingsvermogen. Gelukkig zijn kippen ook weer niet zo kieskeurig. Wat het belangrijkst is, is dat je kiest voor een goed onderkomen voor je kippen. Wanneer je twee tot drie kippen wilt, volstaat een simpel houten hok met een ren, die je afzet met kippengaas.
Een voordeel van een simpel hok in de stadstuin is dat je het hok gemakkelijk kunt verplaatsen. Heb je een grote tuin, dan kun je je een groot gedeelte met gaas afzetten. Natuurlijk moet je ook nog met wat andere zaken rekening houden: welke voeding ga je geven, hoe richt je je tuin in, welke kip ga je kiezen? Je vindt de antwoorden op deze vragen uitgebreid terug op onze website.
Werken binnen de grenzen van wat mag
Probeer uit te vinden wat is toegestaan binnen de grenzen van de stad. Natuurlijk zijn er regels over het aantal huisdieren dat je mag hebben. Sommige steden verbieden zelfs het houden van kippen omdat ze te veel lawaai maken. Het is goed om je te vergewissen van de wetten en regels. Het kan ook zijn dat kippen zijn toegestaan, maar enkel onder bepaalde voorwaarden. Houd je aan de regels en werk binnen de grenzen van wat mag. Zo blijft de hobby leuk.
Bepaal ook zelf de grenzen voor je kippen. Waar mogen je kippen wel komen en waar niet? Hoe zorg je ervoor dat de kippen binnen jouw tuin blijven en niet naar de buren zullen vliegen? Sommige kippen kunnen immers best wel een stukje vliegen. In een tuin met bomen en struiken zullen je kippen zich het meest op hun gemak voelen. Dat kun je prima afbakenen, zodat er een veilig hok ontstaat.
Kiezen voor een ras
Er zijn wel honderden verschillende kippenrassen. En al die rassen hebben dan weer verschillende kleurslagen. Welk ras kies je voor in de stad? Je kunt je voorstellen dat het in de kip niet echt wenselijk is om grote vleeskippen te houden, terwijl kleine sierkipjes of krielkippen zich juist prima lenen voor een stads verblijf.
Niet elk ras gedraagt zich hetzelfde en de leg zal ook niet hetzelfde zijn. Naast het uiterlijk en de grootte zijn het gedrag, de leg en de benodigde uitloop belangrijke factoren om mee te wegen. Op EigenKippen vind je veel informatie over de verschillende rassen. Zo kun je een selectie maken van welk ras het best in de stadstuin past.
Het ritme van de stad
Ook in de stad hebben je kippen een dagelijks ritme. Dat ritme verschilt niet zoveel van het ritme op het platteland. De kippen willen elke dag naar buiten kunnen om in de frisse lucht te scharrelen, en gaan ‘s nachts weer op stok. Je kippen moeten worden voorzien van voldoende voer en vers water. Ze gaan eieren leggen, dus die eitjes moeten ook weer worden geraapt.
Geef je kippen elke dag legkorrels en gemengd graan. Zet genoeg water voor ze klaar. In principe is dat wat kippen nodig hebben. Het maakt ze dan niet zoveel uit of ze op het platteland, in een woonwijk of in een stadstuin leven. Voeder ze af en toe wat afval van groenten, zoals kommer- of wortelschillen en maak het hok iedere week schoon. Daar krijg je blije, tevreden kippen van.
In een stad is het natuurlijk rekening houden met de buren geblazen. Hygiëne is in de stad nog belangrijker dan in een gewone woonwijk of op het platteland. Zorg ervoor dat je kippenvoer geen smakelijk hapje wordt voor bijvoorbeeld ratten, en berg dit dus afgeschermd op.
Kippen houden in de stadstuin
Stadskippenboeren: ze bestaan. Volgens de regels voor scharrelkippen zou je 144 kippen mogen houden op een tuintje van 16 vierkante meter. Een echte kippenliefhebber doet dat natuurlijk niet, maar het geeft je een idee van de ruimte die kippen nodig hebben. In een stadstuin kun je dus prima een toompje kippen houden. Ze hebben er genoeg ruimte en als je ze goed verzorgd, een prettig leven.
Ook in de stad zijn kippen erg leuke dieren. Ze zijn nieuwsgierig, komen wel eens een kijkje nemen als de deuren openslaan, en buiten scharrelen ze graag in de stadstuin. Maak er een mooi verblijf van, en je kippen zullen meer dan happy zijn.
Hoe begin je met kippen in de stadstuin?
Begin je met een stel kippen in de stadstuin? Dan is het misschien even zoeken naar de juiste manier. Uiteraard heb je een kippenhok en een ren nodig, maar er zijn nog meer zaken waar je op moet letten.
Een kip moet bijvoorbeeld gewennen in de stad. Sluit de kip daarom de eerste dag zowel dag als nacht op in het hok. Zo leert de kip het hok goed kennen en nemen ze de gewoonte aan om ‘s nachts binnen te slapen. Doe je dit niet, dan loop je het risico dat je kippen ook ‘s nachts in de struiken en onder de bomen zitten. Dat kan voor onrust zorgen bij de buren. Het hok moet dus echt de slaapplek worden.
Een hok kun je kant en klaar kopen, maar ook zelf bouwen van bijvoorbeeld restjes hout. Waar je ook voor kiest; het is belangrijk dat het hok goed geventileerd is, maar niet tocht. Kippen houden niet van tocht. Ga je een hok kopen, dan is het goed om te letten op het soort hout en de afkomst ervan. Let er ook op dat het hok zo goed mogelijk waterdicht moet zijn. Vooral bij de afwerking van het dak. In een stadstuin is dat extra belangrijk: vaak is er hier niet zoveel beschutting.
Houd ook rekening met de vossen en marters die op kippen afkomen. Je buren zullen je er niet dankbaar voor zijn als de steenmarters eenmaal aan hun auto-onderdelen beginnen te vreten, nadat ze je kippen op het spoor zijn gekomen. Neem passende maatregelen en verdiep je in waar deze beesten op af komt. Het is ook belangrijk je kippen hiertegen te beschermen, uiteraard. Je wilt immers niet dat je lieve hennetjes worden aangevallen door roofdieren.
Mag ik een haan in de stad?
Veel mensen willen weten of ze een haan mogen houden. Dat is vaak lastig te zeggen, omdat dit per gemeente kan verschillen. Het is maar net wat er in de APV staat. Het is dus een goed idee om deze erop na te slaan. Wil je het zeker weten, dan is het een goed idee om de gemeente om raad te vragen. De gemeente is altijd op de hoogte van de eigen regels. In sommige gemeenten geldt een hanenverbod, omdat ze te veel herrie maken. Tegen het geluid van hanen kun je immers niets doen.
Je kunt jezelf naast de vraag: ‘Mag ik een haan in de stad?’ ook afvragen of het praktisch is. Dat het mag, wil nog niet zeggen dat het een goed of een sociaal gewenst idee is. Als je van tevoren weet dat een haan voor veel overlast zal zorgen, kun je het misschien beter laten. Een haan heeft zowel voordelen al nadelen.
Het voordeel van een haan is dat deze kan zorgen voor orde en regelmaat in het hok. Hij zorgt ervoor dat de hennetjes onderling niet zullen vechten en dat alles ordentelijk verloopt. Hij neemt zijn hennetjes ook in bescherming. En natuurlijk heb je er voordeel van als een kip broeds raakt, want dan kun je kuikentjes verwachten.
Het nadeel van een haan is dan weer het lawaai dat hij maakt. ‘s Morgens begint de haan al vroeg te kraaien. Hij maakt de buurt dan wakker. Houd je een haan in een geblindeerd nachthok, en laat je deze rond 9 uur naar buiten, dan zal de haan dus later kraaien, op een meer sociaal geaccepteerd tijdstip. Overigens is het niet noodzakelijk een haan te houden. Hennetjes kunnen in kleine groepjes ook prima zonder een haan. Al is het met haan natuurlijk wel gezelliger.